Karakteristieken
Heidegebied met vennen, zandverstuiving en boomgroepen.

Bijzonderheden
Belangrijk reptielen-, amfibieën- en vlindergebied. Vanouds vindplaats van zeldzame planten. Groeiplaats van Valkruid, Moeraswolfsklauw en Drijvende egelskop.

Ligging
Gemeente Ooststellingwerf, boven Elsloo.

Toegankelijkheid
Bereikbaar via zandpad vanaf Peperstraat, parkeergelegenheid aan einde zandpad. Vrij toegankelijk op gemarkeerd wandelpad.

Geschiedenis
Een dobbe, of heideven, werd vroeger wel gebruikt om schapen te wassen alvorens ze te scheren. Vandaar de naam van dit gebied.

Heide, vennen, zandverstuiving en bos Het gebied kent veel afwisseling van droge en minder droge heideveldjes, voormalige hooilandjes, boomgroepen en singels, en een echte zandverstuiving. De verschillende overgangsmilieus brengen een boeiende soortenrijkdom met zich mee. In dit gevarieerde gebied komen veel verschillende soorten broedvogels voor. Kenmerkende soorten van de heide met vennen, open stuifzand en verspreid staande bomen zijn bijvoorbeeld Wintertaling, Boomleeuwerik, Tapuit en in sommige jaren ook de Roodborsttapuit. In het bos, met naald- en loofhout, broeden echte bosvogels als de Havik, Grote bonte specht, Gekraagde roodstaart, Bonte vliegenvanger, Kuifmees, Zwarte mees en ook de Appelvink. In de winter komt de Klapekster vaak voedsel zoeken op de heide.
Bij het opschonen van het ven is de fraaie Snavelzegge gespaard. In het nu voedselarme water groeit weer de zeldzame Drijvende waterweegbree. Aan de oevers is de soortencombinatie van Zonnedauw, Bruine snavelbies en Moeraswolfsklauw typerend, maar ook zeldzame bladmossen als Noors mos en Bossig kronkelsteeltje komen hier voor. In een poel groeit Klein blaasjeskruid samen met de uiterst zeldzame Drijvende egelskop. In het natte grasland bij de poel groeien Zompzegge, Sterzegge en Moerasstruisgras in een zuur en matig voedselarm milieu. Levendbarende hagedis en Adder weten zich hier redelijk goed te handhaven, evenals de Heikikker, Gewone pad en Kleine watersalamander.
De stuifduintjes vormen opvallende accenten in het landschap. Op de stuifzanddelen zijn Buntgras en Heidespurrie te vinden. Hier vallen de Rendier- en Bekermossen op, waaronder het Rode heidestaartje. Elders is de aanwezigheid van Valkruid, Wilde Tijm, Liggende vleugeltjesbloem en – plaatselijk – Klokjesgentiaan bijzonder. Deze soorten komen vooral voor op verschraalde, grazige plaatsen. Op de heide vallen naast Struikheide en Gewone dopheide de mooie pollen van Kraaiheide op. In de voorzomer biedt dit een prachtig kleureffect: het warmgroen van de Kraaiheide met het grijs van de Gewone dopheide, de lichtgele afgestorven stengels van Pijpenstrootje en een enkele heldergele Brem die zorgt voor een mooi contrast. Stekelbrem en Kruipbrem ontbreken niet in het terrein. De Boompieper en Geelgors, maar ook de Fitis zijn vaste bewoners, evenals de Patrijs en de Houtsnip. Het verschralend beheer van maaien en afvoeren van het maaisel, maakt ook van een voormalig bouwland weer geleidelijk een heischraal grasland. Daar ontstaat dan weer ruimte voor Muizenoor, Klein vogelpootje en Klein tasjeskruid. De dominerende grassen zijn hier Schapegras en Borstelgras. In het gebied zijn bijna twintig soorten dagvlinders aangetroffen, waaronder Groentje, Kommavlinder en Heideblauwtje, en vele tientallen soorten nachtvlinders. Andere voor heide kenmerkende insecten zijn de Driehoornmestkever en het Knopsprietje, een sprinkhaansoort. Verder zijn er vele libellensoorten in het gebied te vinden die zich onder andere voortplanten in de heidevennen. Met de dobbe en de Kraaiheidepollen vormt de Schaopedobbe een waardevol bezit van It Fryske Gea.

Fitis. Bron: It Fryske Gea

Beheer
Het beheer van de Schaopedobbe is gericht op het behoud van de grote natuurlijke waarden van het gebied, die samenhangen met het voedselarme milieu. Zo werd het water van de dobbe steeds voedselrijker, waardoor de bijzondere vegetatie verloren dreigde te gaan. In 1989 werd de dobbe grondig opgeschoond, waarbij vrijwel alle vegetatie van de oevers is verwijderd. De waterkwaliteit is hierdoor verbeterd en de vegetatie-ontwikkeling komt weer langzaam op gang. Daarnaast zijn in de Schaopedobbe in 1986 en 1996 heideplagprojecten uitgevoerd op plaatsen met veel Pijpenstrootje. In 1994 is een stuk voormalige landbouwgrond ontgrond en is, in aansluiting op het natuurgebied, weer iets van het oude reliëf hersteld.