Karakteristieken
Petgaten en boezemlanden. In 1996 zijn de Kraanlannen ingericht als groot aaneengesloten water- en moerasgebied.
Bijzonderheden
Schraalgrasland met onder andere Klokjesgentiaan. Belangrijk vogelgebied met meer dan zestig soorten broedvogels.
Ligging
Gemeente Smallingerland, tussen Smalle Ee en de Veenhoop.
Toegankelijkheid
Beperkt wandelen mogelijk langs de petgaten aan de weg van de Veenhoop naar de Wilgen. Fraai uitzicht over boezemlanden vanaf het fietspad de Veenhoop – Smalle Ee, en vanaf het water van Wijde Ee en Monnikegreppel. Aanlegsteigers aan de westkant van Noarderkrite (enige oeverrecreatie mogelijk). Wandelroute door de Kraanlannen, bereikbaar vanaf de Veenhoop.
Informatie
Vogelkijkhut in de Kraanlannen.
Amerikaanse windmotor in de Jan Durkspolder. Bron: It Fryske Gea
Geschiedenis
De Kraanlannen, iets ten zuidwesten van de Veenhoop, danken hun naam aan het feit dat hier vroeger de Kraanvogel heeft gebroed, zoals vermeld wordt in een oud placaat uit 1542. Een kenmerk van de gebieden die tot het complex Petgatten de Feanhoop behoren, is dat ze laat verveend zijn. De Kraanlannen bijvoorbeeld deels nog na 1930. Vandaar dat men in dit gebied veel open water vindt, de zogenaamde petgaten, naast broekbos en stripen. Zowel boven- als ondergronden zijn als hooiland in gebruik genomen.
Hooilanden- en petgatencomplex
Op de stripen van de Kraanlannen komt een belangwekkende vegetatie van heischraal grasland voor, waarin onder andere Valkruid, Klokjesgentiaan, Liggende vleugeltjesbloem, Gewone dopheide en Heidekartelblad zijn aangetroffen. In de petgaten is een fraaie zoomvegetatie te zien, waarin vooral de mooie horsten van de Pluimzegge opvallen. Naast de gekende zangvogels van rietland en moerasbos, broeden in de Petgatten onder andere de Fuut, Kuifeend, Slobeend en Bruine kiekendief, en op de open gedeelten van het gebied vele soorten weidevogels. Als het broedseizoen is afgelopen, strijken hier grote aantallen eenden neer om te rusten en te ruien. In het rietland met veenmoslandjes bloeit in de maanden mei en juni de Echte koekoeksbloem heel mooi. Bijzonder fors is hier de Kale jonker. Wilg en Els ontbreken natuurlijk niet, maar ook de Trosvlier heeft zich met enkele flinke exemplaren weten te vestigen.
De Oksekop is vooral waardevol als dotterbloemhooiland. In het voorjaar bloeit hier de Gewone dotterbloem bijzonder rijk. Verder komen er veel zeggesoorten voor, waaronder veel Scherpe zegge en langs het water grote horsten van Pluimzegge, vaak in combinatie met Waterscheerling. De Oksekop is een geliefd jachtterrein van de Zwarte stern die hier een broedkolonie heeft, veilig verscholen achter riet en lisdodden.
Op enkele schraallandjes is de Schraallandpaardebloem algemeen. Op de dichter bij de Veenhoop gelegen Noarderkrite bloeit in het voorjaar Gewone dotterbloem rijkelijk. Later in het seizoen zijn vooral zeggesoorten, Hennegras en Rietgras dominant aanwezig. Krabbenscheer bloeit in de zomer uitbundig in de vaart langs het fietspad.
Zwarte stern. Bron: It Fryske Gea
Beheer
Het beheer van It Fryske Gea is hier vooral gericht op het behoud van de waardevolle blauwgraslandvegetaties en op de spontane ontwikkeling van moerasbosjes en rietland. De oeverbescherming vraagt in dit drukke watersportgebied speciale aandacht.